14 N1.3 Paard (niv 2)
Niveau 1 proef 3
Nelle Dhont
Dyon D Hoetsel
  C Diff
1 A-X
Tussen
X & G
C
Binnenkomen in arbeidsdraf
Halthouden en groeten, daarna voorwaarts in
arbeidsdraf
Rechterhand
2 M-X-K

K
Van hand veranderen in middendraf,
lichtrijden
3 A
D-M
Afwenden
Wijken voor het linkerbeen
4 H-X-F

F
Van hand veranderen in middendraf,
lichtrijden
Arbeidsdraf (doorzitten)
5 A
D-H
Afwenden
Wijken voor het rechterbeen
6 B-X-E Door een S van hand veranderen
7 Tussen
A & F
Arbeidsgalop links aanspringen
8 B Volte (10m)
9 Tussen
H & K
Middengalop (minimum 20m)
10 (overgangen arbeidsgalop - middengalop en

middengalop - arbeidsgalop)
11 Tussen
F & B
B-H
Arbeidsdraf
Van hand veranderen
12 Tussen
C & M
Arbeidsgalop rechts aanspringen
13 B Volte (10m)
14 Tussen
K & H
Middengalop (minimum 20m)
15 (overgangen arbeidsgalop - middengalop en

middengalop - arbeidsgalop)
16 Tussen
M & B
Arbeidsdraf
17 A
K-B-M
Middenstap
Van hand veranderen
18 C Arbeidsdraf, lichtrijden
19 E-B-E
Vr E
E
Cirkel, gedurende enkele drafpassen het
paard de hals laten strekken (lichtrijden)
Teugels terug op maat en doorzitten
Hoefslag volgen
20 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
   
 
1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid

en regelmaat
2
2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het

ondertreden van de achterhand)
2
3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van
de hulpen (aandacht en vertrouwen,
harmonie, ontspanning, aanleuning en
relatieve oprichting)
2
4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het

correcte gebruik van de hulpen
2
 
1ste fout
2de fout
3de fout