10 Paard Niveau 3+ | Niveau 3 | N3.9
Niveau 4 - proef N.3.9 20-60
Deborah Proost
Reese
  C Diff
1 A-X
X
X
X-C
Binnenkomen in verzamelde galop
Halthouden en groeten
Voorwaarts in verzamelde draf
Verzamelde draf
6
2 C
M-B
Rechterhand
Schouderbinnenwaarts
6.5
3 B-X
X-E
Halve volte (10m) rechts
Halve volte (10m) links
6.5
4 E-K
K-A-F
Schouderbinnenwaarts
Verzamelde draf
7
5 F-P
P-V
V
K
Arbeidsdraf
Halve cirkel en de teugels uit de hand laten
glijden
Teugels terug op maat nemen
Verzamelde draf
6.5
6 Na A
Tussen
D & F
Afwenden op de kwartlijn
Appuyeren naar links tot aan de kwartlijn
(tussen X & E)
6.5
7 Vanaf de
kwartlijn
(tussen
X & E)
Appuyeren naar rechts tot aan de kwartlijn
(tussen G & M)
Vervolgens rechtuit en linkerhand
6
8 H-P
(P)
(F)
Uitgestrekte draf
(verzamelde draf)
(afwenden)
7.5
9 (P-F-D) De overgangen bij H & P
(verzamelde draf)
7
10 D Halthouden 5 passen achterwaarts, daarna

voorwaarts in middenstap
6.5
11 D-K-L-B Middenstap 7
12 B-I-H Uitgestrekte stap 2 6.5
13 H-C Middenstap 7
14 C-M-R Verzamelde galop rechts aanspringen 7
15 R
B
B-X
Volte (8m-
Afwenden

Verzamelde galop
7
16 X
E
E-V
Vliegende galopwissel
Afwenden
Verzamelde galop
2 5.5
17 V
V-K-A-F
Volte (8m)
Verzamelde galop
7.5
18 F-L-E Verzamelde galop 7
19 L
E-H-C-M
Vliegende galopwissel
Verzamelde galop
2 6
20 M-X-K Middengalop 7.5
21 K Verzamelde galop en vliegende galopwissel 2 6
22 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
4
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
 
1 Houding en zit van de ruiter;
(hoofd, schouders, bovenlichaam, heupen, rug,
armen, handen, benen, voeten en hielen)
Goede controle over het bovenlichaam,
elastisch versus stijf, losjes versus onstabiele
zit
2 7
2 Effectiviteit van de hulpen;
De mogelijkheid van de ruiter om het paard
positief te benvloeden en het paard correct
voor te stellen volgens het scala van de
africhting.
Focus hoofdzakelijk op de ontspanning, de
aanleuning, rechtgerichtheid en evenwicht
2 6.5
3 Precisie;
De mate waarin de oefeningen worden
voorbereid, de nauwkeurigheid van de
uitvoering van de figuren, de uitvoering op de
precieze plaats en het behoud van het correcte
tempo.
2 6.5
4 Algemene indruk;
Harmonie tussen ruiter en paard
Correctheid van de gangen.
Het gunstig presenteren van het paard
2 6.5
 
1ste fout
2de fout
3de fout