22 Paard Niveau 3 | Niveau 3 | N3.2 (20x60)
Niveau 3 proef 2 20-60
Yana van Beeck
Gino
  C Diff
1 A-X
X
Binnenkomen in verzamelde galop
Halthouden en groeten
Voorwaarts in verzamelde draf
7
2 C
H-E
Linkerhand
Schouderbinnenwaarts
7
3 E-X-B S van hand veranderen 7
4 B-F Schouderbinnenwaarts 6.5
5 A
Tussen L&X
(tot R)
M-C-H
Afwenden
Appuyeren naar rechts
(de verzamelde draf)
6.5
6 S-X-P
(P-F-A)
Van hand veranderen in middendraf
Verzamelde draf
7
7 A-C

C
Slangenlijn met 3 bogen (5 m), met
raakpunt van kwartlijn naar kwartlijn,
beginnend en eindigend met rechter boog
Rechterhand
7.5
8 R-X-V
V
Van hand veranderen in uitgestrekte draf
Verzamelde draf
7
9 Overgang van verzamelde draf naar
uitgestrekte draf en van uitgestrekte draf
naar verzamelde draf
7
10 A
Tussen L&X
(tot S)
(S-H-C)
Afwenden
Appuyeren naar links
(de verzamelde draf)
6.5
11 C Halthouden en 5 passen achterwaarts,
daarna voorwaarts in middenstap
7
12 R-X-V Van hand veranderen in uitgestrekte stap 2 7
13 V
(V-K-A-F)
Middenstap
(de middenstap)
2 7
14 F
B-H
(F-B-H)
Verzamelde galop links
Van hand veranderen
(de verzamelde galop)
5
15 H
(H-C-M)
Vliegende galopwissel
(de verzamelde galop)
2 8
16 R-F
F
(F-A-K-V)
Middengalop
Verzamelde galop
(de verzamelde galop)
7
17 V-X-R
X
(R-M-C-H)
Van hand veranderen
Vliegende galopwissel
(de verzamelde galop)
2 4
18 S-X-P Van hand veranderen in middengalop 7
19 P Verzamelde galop en vliegende wissel 2 7
20 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
8
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
 
1 Houding en zit van de ruiter;
(hoofd, schouders, bovenlichaam, heupen, rug,
armen, handen, benen, voeten en hielen)
Goede controle over het bovenlichaam,
elastisch versus stijf, losjes versus onstabiele
zit
2 7
2 Effectiviteit van de hulpen;
De mogelijkheid van de ruiter om het paard
positief te benvloeden en het paard correct
voor te stellen volgens het scala van de
africhting.
Focus hoofdzakelijk op de ontspanning, de
aanleuning, rechtgerichtheid en evenwicht
2 5
3 Precisie;
De mate waarin de oefeningen worden
voorbereid, de nauwkeurigheid van de
uitvoering van de figuren, de uitvoering op de
precieze plaats en het behoud van het correcte
tempo.
2 6.5
4 Algemene indruk;
Harmonie tussen ruiter en paard
Correctheid van de gangen.
Het gunstig presenteren van het paard
2 6.5
 
1ste fout
2de fout
Andere fouten
Andere fouten
Andere fouten